measure

Arno’s tips om de vruchtbaarheidsresultaten te verbeteren

Arno Joosten is manager van het adviesteam en adviseur reproductie. Hij en zijn team geven advies aan voerproducenten, adviseurs en onze klanten onder andere over reproductie bij mannelijke en vrouwelijke dieren.

Een niet-productieve dag (NPD) wordt gedefinieerd als elke dag dat een zeug of een in aanmerking komende fokgelt niet drachtig of lacterend is. NPD vermindert het aantal mogelijke productieve dagen, waardoor het aantal worpen per jaar wordt beperkt. Verschillende maatregelen op het gebied van reproductie management hebben het potentieel om de efficiëntie van de zeugenstapel te optimaliseren en NPD te minimaliseren.

Tips om het aantal niet-productieve dagen te verminderen met inseminatiemanagement:

  1. Zorg direct na het spenen voor goed en frequent beercontact en berigheidsdetectie. Interval spenen tot insemineren is een belangrijke drijfveer voor productiviteit. Zeugen met een goede lichaamsconditie moeten 3 tot 6 dagen na het spenen berig zijn.
  2. Zorg voor voldoende voeropname tijdens de lactatie en na het spenen. Tijdens deze belangrijke periodes is voeropname een belangrijke factor welke van invloed is op hoe snel de zeugen weer berig worden en op de kwaliteit van eicellen en embryo’s voor de volgende dracht.
  3. Identificeer terugkomers zo snel mogelijk. Zorg ervoor dat de berigheid wordt gecontroleerd rond dag 18 tot 24 na het insemineren, gevolgd door een echografische drachtdiagnose op dag 28 tot 35 en een week later. Daarna moeten routinematig visuele inspecties van de zeugen worden uitgevoerd.
  4. Analyseer routinematig analyses uit uw zeugenmanagement systeem. Dit maakt het mogelijk om tekortkomingen in reproductieprocedures en mogelijkheden om NDP te verminderen tijdens de periode na het spenen vast te stellen.
  5. Optimaliseer de periode vanaf de aankomst van gelten tot hun eerste inseminatie. Voer een goede quarantaine, adaptatie en cooling down uit en zorg voor goed en frequent beercontact om de meest vruchtbare gelten te identificeren en insemineer deze op de aanbevolen leeftijd en gewicht om extra NPD vóór de eerste worp te voorkomen.

Share this post:

Het minimale Topigs Norsvin vaccinatieschema

Het vaccineren van fokdieren heeft een grote invloed op de bescherming van de gelten. Het  invoerproces van fokdieren bij u als klant moet bestaan uit quarantaine, vaccinatie, adaptatie en cooling down. Daarom is er een uitgebreid vaccinatieschema voor kruisingsgelten op al onze fokbedrijven met conventionele gezondheidsstatus. Gezonde dieren zijn er bij gebaat om met weerstand, verkregen door vaccinatie, uitgeleverd te worden. 
 
Bij uitlevering van fokdieren wordt een overzicht van de uitgevoerde entingen en de data waarop de entingen zijn uitgevoerd meegeleverd. De standaard vaccinatieschema per fokbedrijf, inclusief leeftijden en merknamen van de gebruikte vaccins, zijn op de website te vinden en zijn op aanvraag te verkrijgen. 
 
Hieronder staat het standaard vaccinatieschema voor Topigs Norsvin gelten met een conventionele gezondheidsstatus. 

Let op dat u als ontvanger van de fokdieren deze met de juiste vaccins vaccineert. Overleg met uw bedrijfsdierenarts indien u een ander vaccin wenst te gebruiken. 
Vrijstelling voor PRRS vaccinatie is door het fokbedrijf onder bepaalde voorwaarden aan te vragen bij Topigs Norsvin. 
Vaccinaties moeten worden toegediend volgens de bijsluiter.  
Aanvullende vaccinaties: overleg met uw dierenarts. 

N.B.: In het kader van het Pm+-vrij certificaat zijn entingen die Pasteurella antigenen bevatten niet toegestaan. 

Adapteren

Naast quarantaine en vaccinatie, is adaptatie van gelten van belangrijke stap voor de stabiele gezondheid van het ontvangende bedrijf. Vaccinatie beschermt de dieren in bepaalde mate tegen klinische symptomen en kan ook de infectiedruk reduceren. Adaptatie blijft altijd van belang voor een solide weerstand. Op een bedrijf komen naast de hierboven genoemde kiemen vaak ook nog een groot aantal andere bedrijfsspecifieke kiemen voor waarvoor geen vaccins verkrijgbaar zijn.  
 
Instroom van gelten moet verlopen volgens het principe: Quarantaine, vaccinatie, adaptatie en cooling down. Elke fase heeft tijd nodig, en dit proces moet gebeuren in een ruimte die goed gescheiden is van de reeds aanwezige zeugen op het bedrijf.

Topigs Norsvin schema voor ontwormen van fokgelten en beren

Fokgelten mogen in verband met het schurftvrij-certificaat niet ontwormd worden met middelen die een werkzame stof uit de groep avermectines bevatten (bijvoorbeeld Ivomec, Dectomax, Euromec).  
Gebruik van levamisol als werkzame stof wordt afgeraden, aangezien er resistentie voor dit middel bestaat en het oraal niet altijd goed wordt opgenomen door de varkens vanwege de bittere smaak. Daarnaast heeft levamisol een korte werkingsduur en geeft toxiciteit bij te hoge dosering.  
Er zijn nog voldoende alternatieven op de markt die bijvoorbeeld de werkzame stoffen flubendazol, fenbendazol of febantel bevatten.  
 
Voor de niet wormvrije fokbedrijven wordt geadviseerd de opfokvarkens te ontwormen volgens een effectief schema in overleg met de bedrijfsdierenarts. Hierbij moet de laatste ontworming binnen 5 weken voor uitleveren van de dieren plaatsvinden.