De Noorse aanpak: pionier in duurzaamheid gedreven door politieke keuzes

Over de hele wereld wordt de Noorse benadering van varkensfokkerij als veelbelovend gezien. De nadruk ligt op sterke varkens voor duurzame landbouw, ondersteund door expliciete politieke keuzes. Dit levert waardevolle inzichten op, ook voor andere markten waar consumenten dierenwelzijn en duurzaamheid eisen.

“We ervaren een snelle groei van internationale belangstelling voor onze aanpak”, zegt Olav Eik-Nes, directeur van Norsvin, de Noorse partner in Topigs Norsvin. Vooral voor markten met een groeiende vraag naar op duurzame wijze geproduceerd varkensvlees biedt deze aanpak interessante perspectieven.

Politieke keuzes

De drijvende kracht achter de Noorse aanpak ligt, volgens Eik-Nes, in de politieke keuzes die het land heeft gemaakt met betrekking tot de landbouw. Noorwegen wil zijn eigen voedsel op zijn eigen manier produceren. De boeren verantwoordelijk houden voor het landbouwareaal en het verspreiden van economische activiteit over het land, zijn ook belangrijke doelstellingen. Dit leidt tot zeer specifieke omstandigheden voor varkenshouders.

Dierenwelzijn en gezondheid

Ten eerste is er een breed pakket regels voor dierenwelzijn. Om er een paar te noemen: couperen van de staart is verboden; loslopende zeugen, ook in de kraamstal, zijn verplicht sinds het jaar 2000; het is niet toegestaan ​​biggen jonger dan 28 dagen te spenen; varkens moeten een minimum aan ruimte hebben, hooi als extra voer en speelmateriaal.

Een tweede en ander belangrijk element is de gezondheid van de dieren. De Noorse varkenspopulatie is al tientallen jaren vrij van ‘ernstige besmettelijke ziekten’. Daarnaast staat preventie van immuniteit tegen bacteriën, zoals MRSA, hoog op de agenda. Wanneer de MRSA-bacterie op een boerderij wordt gevonden, worden alle varkens onmiddellijk geruimd. Antibiotica en hormonen in het voer zijn verboden in de Noorse varkenshouderij.

Kleine landbouwbedrijven

De grootte van boerderijen is ook gereguleerd. Momenteel is het maximale aantal dieren op één boerderij 105 zeugen of 2100 vleesvarkens. In totaal houden de 2300 varkenshouders in Noorwegen 1,6 miljoen vleesvarkens, die jaarlijks 136.000 ton varkensvlees produceren. “Door de hoge kosten is ons vlees veel duurder in vergelijking met andere Europese landen”, zegt Eik-Nes. De Noorse gemiddelde prijs voor varkensvlees is ongeveer 25 kroon (€ 2,68), twee keer zo hoog als bijvoorbeeld in Denemarken. De Noorse consument is bereid te betalen voor de Noorse varkenshouderij. Dat er praktisch geen export van Noors varkensvlees is bij deze prijzen is evident.

De politieke keuzes hebben grote invloed gehad op de varkensfokkerij in Noorwegen. “In ons fokprogramma, nu onderdeel van het Topigs Norsvin-programma, ligt de nadruk meer dan gebruikelijk op eigenschappen die essentieel zijn voor duurzaamheid”, zegt Eik-Nes. Voorbeelden zijn het hoge gewicht en de snelle groei van biggen geboren uit de Norsvin Landrace-zeug en hun vermogen om te gedijen in losse huisvestingsomstandigheden. “Natuurlijk is dit niet alleen een kwestie van genetica, ook het management van de boer speelt een belangrijke rol”, vult Eik-Nes aan.

Eiland

De eerste indruk van de Noorse aanpak van de varkenshouderij kan die van een eiland zijn: varkensvlees alleen op een specifieke manier produceren voor de Noorse consument. Bij nadere beschouwing wordt duidelijk dat deze situatie zeer interessante genetische kansen heeft opgeleverd, die de wereld nu aan het ontdekken is. De fusie van Norsvin en Topigs is hiervan een goed voorbeeld. Eik-Nes: “We zijn blij te ervaren dat de resultaten van onze fokkerijactiviteiten nu een rol spelen in het verduurzamen van de varkenshouderij, ook buiten ons land. We lijken soms een eiland te zijn, maar zoals je weet, kan Noorwegen over land worden bereikt.”

Bron: Topigs Norsvin Corporate Social Responsibility Magazine

Deel dit bericht: